Minerale meststoffen
Net zoals mensen en dieren, hebben planten eten nodig om te groeien en te leven. Hun voeding verschilt grondig van die van ons. Geen “pizza Hawai” of “Op de huid gebakken zeebaars, gekonfijte zonnegroenten, artisjok ‘Violet de Provence’, olijfcrumble en olijfolie met limoenzout”. Planten houden het op een eenvoudig dieet: water (H2O), koolstof (CO2), zuurstof (O2, in de lucht en in de bodem), en een aantal mineralen.
Wilde planten of plantengemeenschappen passen zich aan, aan wat voorradig is in hun omgeving: bv. netels groeien op gronden met veel organisch materiaal, woestijnplanten op plekken met weinig water. Maar om efficiënt voldoende en kwaliteitsvolle plantaardige voeding te produceren, helpt de mens al ruim 10.000 jaar zijn voedselgewassen goed te groeien door ze een optimaal dieet te garanderen en ze extra van voeding te voorzien. Vandaar de termen “plantenvoeding”, “nutriënten“ en “meststoffen” of in het Engels “fertilizer”: – mineralen toevoegen om de bodem vruchtbaar te maken voor optimale gewasgroei. Deze mineralen kunnen toegevoegd worden in hun zuivere vorm (vaak zouten) of onder organische vorm (zoals compost, plantaardige of dierlijke resten).