Waarom bemesten?
De FAO voorspelt dat de wereldbevolking tegen 2050 meer dan 9 miljard mensen zal tellen. Om aan de vraag te kunnen blijven voldoen, zal de voedselproductie met circa 70% moeten toenemen ten opzichte van vandaag.
Deze stijging van de voedselproductie zouden we kunnen bereiken door meer landbouwgrond vrij te maken. Maar de negatieve invloed van de conversie van natuurlijke bossen of andere ongerepte habitats op de klimaatverandering en de wereldwijde biodiversiteit is al vaak aangetoond.
Er is nood aan de juiste meststoffen om een voldoende wereldwijde voorziening in voedsel, veevoeder en bio-energie in stand te houden. Intensifiëring met het oog op een hogere productie per geografische eenheid helpt te voorkomen dat natuurgebieden zoals bossen worden omgevormd tot landbouwgebied. Dit soort verandering in het grondgebruik wordt beschouwd als een belangrijke wereldwijde bedreiging voor het milieu, die leidt tot problemen, zoals een dalende biodiversiteit en klimaatverandering.
Het is praktischer om het land dat nu bestemd is voor de landbouw beter te benutten, hoewel dat ook enkele problemen oplevert. Het wereldwijde landbouwgebied krimpt momenteel door de toenemende verstedelijking, de bodemerosie en de uitputting van de nutriënten. Ook heeft nu een alarmerend aantal regio’s te maken met waterschaarste. Bovendien begint de landbouwproductiviteit nu in vele regio’s achteruit te gaan ten opzichte van de indrukwekkende stijging van de plantaardige productie tijdens de “groene revolutie” in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw. Recente studies over de klimaatverandering voorspellen dat deze achteruitgang nog zal versnellen. Voor de wereldwijde voedselveiligheid is het noodzakelijk dat deze trend omgekeerd wordt. Daarvoor is nood aan een efficiëntere landbouw, een meer gerichte gewasbemesting en de invoering van een moderne gewaswetenschap.
Bemesten is noodzakelijk
Op een landbouwgrond worden gewassen geteeld. De producten worden geoogst en afgevoerd van het perceel. Met het oogstproduct worden ook voedingsstoffen mee afgevoerd. Deze voedingsstoffen zijn afkomstig uit de bodem of zijn aangevoerd via bemesting. Daarnaast gaan voedingsstoffen uit de bodem verloren via uitspoeling en via gasvormige verliezen. Tenslotte worden ook voedingsstoffen vastgelegd in de bodem, die voor een deel later beschikbaar worden door mineralisatie en voor een deel min of meer definitief zijn vastgelegd. Met bemesting zorgt de landbouwer voor de instandhouding van de bodemvruchtbaarheid.
Het gebruik van minerale meststoffen heeft een aantal voordelen boven het gebruik van organische meststoffen .Minerale meststoffen zijn gelijkmatig en per product constant van samenstelling; voor organische meststoffen geldt dat niet. Via minerale meststoffen kan daarom elke gewenste hoeveelheid plantenvoedende stoffen op elk gewenst moment en in elke verhouding worden toegediend. Voedingsstoffen uit minerale meststoffen werken bijna altijd sneller dan die uit organische meststoffen. In sommige gevallen kan echter bewust voor een langzaamwerkende minerale meststof worden gekozen. In alle gevallen is het afgiftepatroon van voedingsstoffen uit minerale meststoffen vooraf bekend wat minder het geval is voor organische meststoffen is.
Minerale meststoffen zijn gemakkelijker over het land te brengen en te verdelen dan organische meststoffen. Vooral bij plaatsspecifieke bemesting is dat een groot voordeel. Bovendien kan ook tijdens het groeiseizoen van een gewas nog een bijbemesting met minerale meststoffen plaatsvinden.
Een nadeel van minerale meststoffen is dat daarmee geen organische stof aan de bodem wordt toegevoegd. Daardoor wordt het bodemleven minder gestimuleerd dan bij toepassing van organische meststoffen. In de gangbare praktijk wordt daarom vrijwel altijd een organische bemesting gecombineerd met het gebruik van minerale meststoffen.
In België kan je een bodemanalyse laten uitvoeren de Bodemkundige Dienst van België.
Terug